Aristotle and ecology

M. D. Usher | Princeton University Press

“When zoologist Ernst Haeckel (1834–1919) coined the word ecology in 1866 he defined it as “the relation of the animal to its organic and inorganic environment.” But did he coin it? Aristotle, arguably the world’s first zoologist, gave a tantalizing preview of the idea in Parts of Animals, written around 350 BCE.

Aristotle urges us to study animals closely for what they reveal about the larger world around us, including ourselves, for, as he puts it, “Nature does nothing in vain,” and “in all of Nature there is something wonderful.” His insistence that scientific investigation should always be concerned with systemic wholes is particularly inspired”

Bibliography

Usher, M. (2023) Aristotle and ecology. Princeton, US: Princeton University Press.

Natural Magic

Emily Dickinson, Charles Darwin, and the Dawn of Modern Science

Renée Bergland | 2024, Princeton University Press

A captivating portrait of the poet and the scientist who shared an enchanted view of nature. Emily Dickinson and Charles Darwin were born at a time when the science of studying the natural world was known as natural philosophy, a pastime for poets, priests, and schoolgirls. 

The world began to change in the 1830s while Darwin explored the Pacific aboard the HMS Beagle and Dickinson was a student in Amherst, Massachusetts. Poetry and science started to grow apart, and modern thinkers challenged the old orthodoxies, offering thrilling new perspectives that suddenly felt radical—and too dangerous for women.

Natural Magic intertwines the stories of these two luminary nineteenth-century minds, whose thoughts and writings captured the incredible possibilities of the new sciences while strove to preserve the magic of nature.

Just as Darwin’s work was informed by his roots in natural philosophy and his belief in the interconnectedness of all life, Dickinson’s poetry was shaped by her education in botany, astronomy, and chemistry and by her fascination with the enchanting possibilities of Darwinian science.

Casting their two very different careers in an entirely fresh light, Renée Bergland brings to life a time when ideas about science rapidly evolved, reshaped by poets, scientists, philosophers, and theologians alike. She paints a colourful portrait of a remarkable century that transformed how we see the natural world.

Illuminating and insightful, Natural Magic explores how Dickinson and Darwin refused to accept the separation of art and science. Today, more than ever, we need to reclaim their shared sense of ecological wonder.

Clara, de eerste neushoorn in Nederland

door Agnita de Ranitz

Een roman op basis van gedegen historisch onderzoek. Het boek schetst een tijdsbeeld hoe de mensheid denkt over de natuur en de eerste stapjes zet in kennismaking met de soorten die er thuis zijn. Een ontdekkingsreis die eigenlijk nog maar net is begonnen, zo lijkt het. Het boek is uitgegeven door Uitgeverij de Brouwerij.

Als Douwe Mout in 1740 kapitein wordt op een VOC-schip en daarmee in Bengalen arriveert, verandert zijn leven op slag als hij oog in oog komt te staan met een jonge neushoorn. Hij besluit het dier mee te nemen naar De Nederlanden, maar heeft geen idee wat hij zich daarmee op de hals haalt.

Bij een bevriende drukker in Leiden laat hij affiches maken om betalende bezoekers naar kermissen en jaarmarkten te trekken. Nieuwsgierigen stromen toe om het in die tijd nog onbekende dier te bewonderen. Geleerden bestuderen haar nauwkeurig en kunstenaars raken gefascineerd door elke plooi.

Al gauw blijkt dit voor Douwe een lucratieve bezigheid en neemt hij ontslag bij de VOC. Dan wordt het ook tijd om de grens over te trekken. Behalve boeren en burgers maken ook bepruikte en geparfumeerde edellieden en vorsten hun opwachting bij het monstrueuze dier. Zo reist Douwe Mout zeventien jaar lang met Clara door Europa en wordt de neushoorn een hype, een fenomeen dat je gezien moet hebben.

_____

Schilderij door Jean-Baptiste Oudry, 1749.

Clara (1738 – 1758) was een vrouwelijke Indische neushoorn die in het midden van de achttiende eeuw vanwege een zeventien jaar durende tentoonstelling door heel Europa beroemd werd. Zij betrad in 1741 in Rotterdam het Europese land en werd hiermee de vijfde levende neushoorn in Europa sinds Dürers Rhinocerus in 1515 (bron: Wikipedia)

Bibliografie

Ranitz, A. de (2022) Clara, de eerste neushoorn in Nederland. Maassluis: Uitgeverij de Brouwerij.

Simpler

Book by Cass R. Sunstein

How can government be more “user-friendly”, simple and efficient by streamlining and reforming government regulation and rule-making?

This book is about making things simpler, how governments can be much better, and do much better, if they make people’s lives easier and get rid of unnecessary complexity. “…simpler government can be found in new initiatives that save money and time, improve health, and lengthen lives” (Simon & Schuster).

In this book the author Cass R. Sunstein shares his experiences from 2009 to 2012 when he was Administrator of the White House Office of Information and Regulatory Affairs in the Obama Administration. His theories shaped the Obama administration and the American nation. In this interview (Brookings) Sunstein lines out his main findings and focus.

Published in 2013 by Simon & Schuster, Inc.

De gave van Gauguin

Wat hebben kunstenaars en bestuurders gemeen? Op het eerste gezicht niet zoveel, althans in de meeste gevallen. Maar bij het lezen van het boek Dat kan mijn kleine zusje ook door Will Gompertz (voormalig directeur Tate Gallery), dat handelt over begrip voor moderne kunst (met als startpunt de impressionisten), blijkt toch een verrassende parallel. Wij citeren (p. 89):

“Wat hij (Paul Gauguin, red.) wél bezat – en wat  alle grote kunstenaars bezitten – was het vermogen om op een unieke manier universele ideeën en gevoelens over te brengen. Om daartoe in staat te zijn moet het talent van het individu meestal de tijd krijgen om een eigen, herkenbare stijl te ontwikkelen. Als dat eenmaal gebeurd is en de schilder zijn of haar eigen stemgeluid gevonden heeft, kan er een gesprek met de toeschouwer plaatsvinden. Er worden dan aannames mogelijk en er kan een relatie ontstaan. Gauguin bereikte dat stijlkenmerk in een opmerkelijk korte tijd, en dat bewijst zijn vakbekwaamheid en intelligentie.”

De snelle oriëntatie, het ontwikkelen van de eigen stijl, het eigen authentieke stemgeluid vormgeven zijn de gaven van Gauguin. Zij komen overeen met wat goede bestuurders in de relatief korte bestuursperioden van vier jaar ook te doen hebben. Net als hebben zij beperkte tijd om te binden met hun omstanders, burgers, bedrijven en instellingen, eigenlijk met de samenleving. Wat Gompertz hier schrijft zou hij ook geschreven kunnen hebben voor bestuurders.

Waar ligt de kern van de gave van Gauguin? Gompertz licht op p.86 een tipje van de sluier op – een deel aan de hand van La Vision après le sermon (1888), te zien op de afbeelding hierboven – wat het volgens Gauguin zelf was:

“Hij (Paul Gauguin, red.) was tot de conclusie gekomen dat het de impressionist aan intellectueel doorzettingsvermogen ontbrak. Ze konden niet verder kijken dan de werkelijkheid zich voor hun ogen ontrolde. Hun rationalistische kijk op het leven beroofde hun schilderijen van de belangrijkste ingrediënt: verbeeldingskracht.”

Paul Gauguin is een verrassende en inspirerende leermeester voor bestuurders en managers: verbeeldingskracht als gave en factor voor het leggen van verbindingen. Zeker met de grote maatschappelijke en infrastructurele veranderingen inzake klimaat, biodiversiteit, energie (et cetera) voor ons is dit een eigenschap met doorslaggevende betekenis. Het creëert stimulerende kaders en dus draagvlak voor verandering.

* Will Gompertz (2012), Dat kan mijn kleine zusje ook: Waarom moderne kunst kunst is. Meulenhoff, Amsterdam, 464 pp.