The World Atlas of Trees and Forests

This book is noteworthy. The World Atlas of Trees and Forests: Exploring Earth’s Forest Ecosystems by Herman Shugart, Peter White, Sassan Saatchi, and Jérôme Chave. It is a marvelously illustrated look at the world’s diverse forests and their ecosystems, published by Princeton University Press.

The earth’s forests are havens of nature supporting a diversity of life. Shaped by climate and geography, these vast and dynamic wooded spaces offer unique ecosystems that shelter complex and interdependent webs of flora, fungi, and animals.

The World Atlas of Trees and Forests offers a beautiful introduction to what forests are, how they work, how they grow, and how we map, assess, and conserve them. It contains things of need to know. And of course the wisdom Hallé, Oldeman, and Tomlinson:

“A third insight into tree forms comes from the work of Hallé, Oldeman, and Tomlinson. Their scheme overlaps with some features of Corner’s rules in that it is particularly concerned with the pattern of branching. It is distinctive, though, in its emphasis on dynamics of development from seed to adult plant, its emphasis on the spatial position of growing points that produce branching, and its inclusion of where and how reproductive structures are produced. The authors described 23 models for the development of tree forms, naming each for a prominent botanist. Taking the palm form (single unbranched, thick stems and many large leaves) as an extreme in Corner’s rules. They named it Corner’s model.”

The book:

    • Provides the most wide-ranging coverage of the world’s forests available.
    • Takes readers beneath the breathtaking variety of wooded canopies that span the globe.
    • Profiles a wealth of tree species, with enlightening and entertaining natural-history highlights along the way.
    • Features stunning color photos, maps, and graphics.
    • Draws on the latest cutting-edge research and technology, including satellite imagery.

 

Making Public Organizations Work

Bert George |Borgerhoff & Lamberigts

Publieke organisaties zijn belangrijk, nu meer dan ooit. Of het nu gaat om ziekenhuizen die ons gezondheidszorg bieden, scholen die ons onderwijs bieden, politieagenten die onze straten veilig houden, musea die ons cultureel erfgoed beschermen, er zijn tal van voorbeelden te geven van de wijze waarop publieke organisaties ons dagelijks leven beïnvloeden. Maar het runnen van publieke organisaties is complex en de verwachtingen ten aanzien van deze organisaties zijn nog nooit zo hoog geweest – ze moeten efficiënt en effectief zijn, kwalitatief hoogwaardige en rechtvaardige diensten leveren, en ontvankelijk zijn voor de burgers die ze dienen.

Public organizations matter, now more than ever. Be it hospitals providing us healthcare, schools offering us education, police officers keeping our streets safe, museums safeguarding our cultural heritage, one can provide multiple examples of how public organizations impact our daily lives. But running public organizations is complex and expectations towards these organizations have never been greater — they need to be efficient and effective, provide high-quality and equitable services, and be responsive towards the citizens they serve.

Making public organizations work biedt een op onderzoek gebaseerd overzicht van publieke managementactiviteiten die publieke managers, of mensen die dat willen worden, helpen om na te denken over hun prestaties en deze te verbeteren. Het is hét boek voor iedereen die geïnteresseerd is in de praktijk van het leiden van publieke organisaties en richt zich op het managen van hervormingen, prestaties en waarden; het managen van publieke organisaties en netwerken; en het managen van bureaucraten, politici en burgers op straatniveau. Theoretische inzichten worden concreet gemaakt aan de hand van praktijkvoorbeelden van publieke organisaties over de hele wereld.

Making public organizations work provides a research-based overview of public management activities that help public managers, or people aspiring to become one, reflect on and enhance their performance. It is the go-to book for anyone interested in the practice of running public organizations and centers on managing reforms, performance and values; managing public organizations and networks; and managing street-level bureaucrats, politicians and citizens. Theoretical insights are made concrete through real-life cases from public organizations around the world.

Bibliography

George, B. (2021) Making public organizations work. Gent: Borgerhoff & Lamberigts.

De Stoep

Dit boek, uitgegeven door NAi Boekverkopers, toont de Hollandse stoep zich in haar verscheidenheid: de drempelzones van Herman Hertzberger en Aldo Van Eyck, de bloemtafels van Sambeek en Van Veen en de klassieke Hollandse stoep.

De stoep is het domein waar een prettige en gezonde stad begint. De stoep is een overgangsgebied tussen huis en straat waar sociale contacten tussen bewoners plaatsvinden en de uitstraling van de straat voor een belangrijk deel wordt bepaald. Een succesvolle stoep ontstaat echter niet zomaar.

Vooral nu overheden en woningcorporaties zich bezinnen op hun taken en meer en meer wordt gevraagd van andere partijen en van bewoners zelve, is de stoep de publieke ruimte waar het gebeurt. Burgerparticipatie of overheidsparticipatie, het is maar net hoe je het bekijkt, begint op de stoep. Het is het domein waar publiek en privé elkaar ontmoeten. Good governance van de stad begint bij kennis van de stoep.

Aan de hand van interviews, casestudies in binnen- en buitenland, essays en een analyse van ruim 6000 Rotterdamse straten beschrijft het boek ‘DE STOEP’ de drijfveren van mensen om van de stoep een eigen plek te maken. Voor elke lokale bestuurder en manager een must read, zo vinden de Heren van Oranje.

Bibliografie

Ulden, E. van, Heussen, D. en Ham, S. van der (2015) De Stoep: Ontmoetingen tussen huis en straat. Rotterdam: NAi Boekverkopers.

Critical Mass: How One Thing Leads to Another

Ik heb het boek “Critical Mass: How one thing leads to another” van Philip Ball verslonden. Het boek bevat voor een bèta-man, manager en bestuurder in het publieke domein veel analyses en referenties die ertoe doen. Het boek verbindt een palet aan wetenschappen, zoals wis-, natuur- en scheikunde, sociale psychologie en ecologie met de dynamiek van de samenleving. Het is een must-read voor iedereen die betrokken is bij de besturing van het publieke domein: stad, samenleving, natuur.

De auteur zoekt, wikt en weegt welke modellen welke groepsprocessen in de samenleving zouden kunnen verklaren en daarmee kruipt hij in de huid van groepen en stapt ín maatschappelijke processen.

Het is een bijzondere zoektocht. En gaat niet over één nacht ijs, maar levert een degelijk stukje wetenschappelijk werk. Het is in één woord fascinerend.

Eindelijk lees ik hier over de ‘mechanismen’ achter de mystiek van een zwerm spreeuwen. En alles over hoe de samenleving bestuurd zou kunnen worden. Een echt ander perspectief dan dat vanuit ‘bestuurskunde’. Deze wetenschap komt mij plots over als een geïsoleerde wetenschap…

Ball legt een holistische benadering op tafel, zoals ook Leonardo da Vinci die had, en wordt daarin gestuurd vanuit de vraagstukken zelve. Een boek met universele maatschappijwetenschap als basis.

Op zijn website verwoordt hij de focus van zijn boek:

Tired of the civil war ravaging England, Thomas Hobbes decided in the seventeenth century that he would work out how society should be governed. But his approach was not to be based on the wishful thinking of Plato’s ‘Republic’ or Bacon’s ‘New Atlantis’; Hobbes used Galileo’s mechanics to construct a theory of government from physical first principles. His answer looks unappealing today: a dictatorial monarchy that ruled with an iron fist. But Hobbes had begun a new adventure: to look for ‘scientific’ rules that governed society.

This programme was pursued, from many different political perspectives, by Adam Smith, Immanuel Kant, Auguste Comte, John Stuart Mill and others; but social and political philosophy gradually abandonded such a scientific approach. Today, physics is enjoying a revival in the social, economic and political sciences, as we find that large numbers of people can display behaviour eerily reminiscent of so many mindless particles, all interacting with one another.

Oog in oog met Gaia

In Oog in oog met Gaia stelt de Franse filosoof en wetenschapsantropoloog Bruno Latour dat de natuur niet langer de stabiele achtergrond vormt van ons doen en laten. We zijn toegetreden tot het tijdvak van het antropoceen, het tijdvak waarin de ecologische gevolgen van het menselijk handelen hardhandig op de voorgrond treden.

De ecologische mutatie die zich voltrekt, betitelt Latour als het Nieuwe Klimaatregime. De oude natuur wijkt voor een wezen in beweging, waarin menselijke activiteit en natuurlijke wereld talloze onverwachte verbindingen aangaan: Gaia.

Latour neemt de controversiële Gaia-hypothese van James Lovelock als uitgangspunt, en zet daarnaast rechtsfilosofie en kunst in om de politieke, religieuze en wetenschappelijke dimensies van het verouderde natuurbegrip te ontwarren. Zo legt hij in dit ongemeen rijke en verrassende boek de basis voor een hoogst noodzakelijke politisering van de ecologie.

‘Oog in oog met Gaia’ is voortgekomen uit een cyclus van lezingen in Edinburgh. De lezingen zijn uitgebreid en volledig herschreven, met behoud van de oorspronkelijke toon en stijl. Latour koppelt denken-in-actie en humor aan een fabelachtige eruditie, maar schuwt de polemiek niet.

Persoonlijke website Bruno Latour