Terug naar de basis: gezond verstand en heldere taal

Jack Kruf

Er moet mij iets van het hart. Aan de vooravond van het Risk en Resilience Festival in Enschede. Een eigen gedachte, een notie, een hartekreet: het vak risicomanagement is aan het verwilderen en ik maak mij daar grote zorgen over. Ik lees veel essays en rapporten op dit vakgebied. En eerlijk gezegd: soms snap ik er gewoon niets meer van. Ik raak verstrikt in niet alleen het technische maar in ook het onzuivere taalgebruik. Taalvervuiling, bestaat dat? Is het de leeftijd? Hoop het niet. De waarneming zoekt naar ‘gezond verstand’ en vooral heldere taal.

Er zijn vele definities in omloop van ‘risico’, risicomanagement en risicobeheer. Waren het er geen 99, dit volgens het internationale platform op LinkedIn? Nieuwe (eigenlijk al lang bestaande) synoniemen doen opnieuw hun intrede om vooral te onderstrepen wat het vak niet is of hoe het eigenlijk gezien moet worden. Middelen en doelen worden permanent door elkaar gehaald (risico’s en kansen zijn geen tegenovergestelde begrippen, kansen en bedreigingen wel). Externe trends en ontwikkelingen (de onzekerheden onderweg) worden vermengd met het begrippenkader van doel- en waardebereiking en gekruist met de eigen sterkten en zwakten. Lastig in mijn hoofd.

Traditionele en reeds lang bestaande begrippen vanuit de bestuurskunde en de wereld de managementleer worden opnieuw van stal gehaald om vooral te laten zien wat risicomanagement ook kan zijn of wat het zou moeten zijn. Wat begon met het vak ‘verzekeren’ dijt geleidelijk uit naar de tafel van strategie en bestuur. En komt daarmee impliciet in een nieuw domein van besturing,  een nieuw vaarwater van vakmanschap en in een volstrekt ander métier van adviseurschap. Is het vak in een identiteitscrisis of is zij het pad van de evolutie opgegaan, vraag ik mij af.

Ook de wetenschap divergeert: er komen steeds meer stromingen en diversificatie hierbinnen. Totaal nieuwe begrippen vanuit andere werelden worden het domein (lees: de arena ) van risicomanagement ingesleept, zoals resilience, vuca, compliancy, business continuity, samenwerking, gedrag en leiderschap. Misschien horen de dingen waar zij horen en is het weer tijd om het vak risicomanagement maar even te laten voor wat het is. Wij overladen in de drang naar verrijking. Risicomanagement is zeker niet allesomvattend.

Ook de keuze in dit vak voor statistische methoden en technieken doet steeds meer de intrede. Dat is gek, want vanuit principes van high reliability, data-mining, engineering en waardebereiking ga je met statistiek juist van het probleem af en niet ernaar toe. Als je de toekomst niet kunt voorzien (zoals regeren is) gaan we met propjes gooien en zien hoe vak het raak is, tellen, vermenigvuldigen en delen met voor de meesten van ons onbegrijpelijk modellen. De weerstandsparagraaf van gemeenten komt zo to stand. Dat is wat oneerbiedig misschien, maar ik zit er niet ver naast. Het denken in kans x impact is eigenlijk is iets van de Middeleeuwen. Een persoonlijke overtuiging. Laat dat duidelijk zijn. Statistiek plaatst ons buiten de eigen wereld.

Koepels, ministeries, vakorganisaties en adviseurs plaatsen de piketpaaltjes rondom de eigen portfolio, de eigen doelgroepen, de eigen markt, de eigen segmenten, de eigen bedrijfsvoering, de eigen vraagstukken. Dat is best, maar leidt tot versnippering op grote schaal. Steeds meer inspanning lijkt daarbij bovendien te gaan naar de controle in de machinekamer, terwijl meer en meer risico’s aan de boeg ontstaan.

Het is een bijzondere wereld van dialectiek, methoden en technieken, software, lesprogramma’s, masterclasses tot het gewoon werken aan het eigen gedrag. Dit zegt veel over zowel de zoektocht van de markt alsook over de enorme hoeveelheid geld die beschikbaar is om deze zoektocht vorm te kunnen geven. LinkedIn staat vol met foto’s van allerlei succesvolle bijeenkomsten, klassen, classes, certificaten. Wel mooi al die zaaltjes met successen. Geen publieke organisatie doet meer hetzelfde, dat wordt ook duidelijk als je systematisch turft (hetgeen ik doe). Elk heeft de eigen adviseurs, stijl, accenten, raamwerken, methoden, software. En daarbinnen ook per directie of afdeling de eigen accenten. Corporate is weinig vastgelegd en is er op het gebied van risicomanagement geen consistentie te ontdekken, behalve dan de diversificatie zelf. En ook alle bestuurders en volksvertegenwoordigers vinden hun eigen weg in de partijpolitiek en -programma’s. Risicomanagement is een lastig dingetje bij bestuurders.

En dan nog de bijzondere caleidoscoop van gebeurtenissen en benoemingen. Waar bestuurders, managers en controllers kunnen vertrekken omdat zij ‘gefaald’ hebben (of krijgen zij gewoon de schuld?), worden nieuwe benoemd, die in hun voormalige thuisbasis worden vervangen door interimmanagers die puin moeten ruimen of tenminste de boel op orde moeten brengen. Gek is dat. De doorlooptijd voor de ambtelijk top  van met name provincies en gemeenten is drastisch geslonken tot iets meer dan 3 jaar. Is dit dankzij of ondanks risicomanagement? Of komt het door iets anders? De analyses van de rekenkamer Rotterdam van 29 hun rapporten over een periode van 12 jaar, spreken boekdelen over het feit dat publieke waarden inderdaad in de knel geraken. En belichten het bijzondere feit dat wij alles denken te hebben geregeld met betrekking tot risicomanagement, maar dat dit niet heeft gewerkt. Wij werken niet compliant met wat we hebben ingevoerd om te verbeteren en te borgen. Tja, hoe geloofwaardig is het vak risicomanagement nog eigenlijk? Andere concepten lijken nodig want de bestaande werken onvoldoende.

En ondertussen draait de wereld door en nemen de publieke risico’s toe. Het lijkt alsof wij meer en meer verstrikt raken in (bestuurlijke) ambities en dat het gebrek aan daadkracht en leiderschap alleen maar toeneemt. Gezaghebbende hoogleraren en opinieleiders signaleren de wijze waarop wij omgaan met risico’s en vertellen over wijdverbreide angstculturen. Hm. Verontrustend. Verwordt goed bestuur, good governance, tot een idee dat alleen ‘schijnt’ binnen de kloostermuren. Bestaat zij in het echt ook? Of is het een illusie, gevoed door de prachtige modellen en adviseurs in de etalageruiten?

Met het begrip risicomanagement raken wij lost in translation. Mijn idee. Risicomanagement lijkt een dans geworden van woorden en begrippen waar een normaal mens, bestuurder of burger geen wegwijs meer in weet. Doet de overheid aan risicomanagement? Geen burger zal dit met ‘ja’ beantwoorden. Geen bouwer, geen boer. De overheid ís het risico, zeggen sommigen. De vraag is wat nu wat te doen. Ik weet het niet, maar denk wel dat het goed is dat er een groep wijzen eens aan tafel moet. Ik ga donderdag 7 november a.s. naar Risk en Resilience Festival, om nieuwe inspiratie op te doen, door vooral te kijken waar wij tot elkaar kunnen komen en waar orde in de chaos gebracht kan worden. Het festival is een rijke dis, dat zeker. Misschien dat het gezond verstand als concept weer op tafel komt. Ik hoop het. It’s cloud’s illusions I recall (Joni Mitchell).

Bewustwording risico’s kan stukken beter

Financieel Dagblad & European Media Partner | Analyse Nederland 

Aandacht voor veiligheidsvraagstukken is afgelopen decennia flink gegroeid. Dat geldt echter tevens voor maatschappelijke risico’s. Ook die nemen toe.

Veiligheid en risico’s vallen onder het werkveld van de Public Risk Management Organisation (PRIMO), die in 2005 werd opgericht door Jack Kruf. PRIMO is een non profit-organisatie die zich bezighoudt met kennisdeling over belangrijke sturingsvraagstukken zoals privacywetgeving, cyber security, klimaatverandering in het publieke en sociale domein. Hele mond vol dus, maar waar het op neerkomt, is dat het internationale kennisinstituut meer aandacht voor risico’s wil krijgen bij besluitvorming.

De oprichting van PRIMO is dus al even geleden, in 2005. Vraag nu: hoe hangt de vlag er op dit moment bij? Kruf helpt ons meteen uit de droom: niet best. “We hebben sinds de oprichting hard gewerkt in een internationaal netwerk aan bewustwording, maar de publieke sector heeft erg weinig voortgang geboekt. Risico’s lijken alleen maar toe te nemen.”

Deels heeft dat gebrek aan vooruitgang te maken met een periode van grote veranderingen. De samenleving is op tal van onderdelen in transitie. Op onderwerpen als energie, klimaat, digitaal, circulaire economie en sociaal zitten we middenin een turbulentie. “Dat vereist een verandering van systeem. Bedrijven moeten anders denken en het openbaar bestuur moet toegroeien naar langere lijnen. Die lange lijnen zijn er nauwelijks. Goede besturing bedenken is een mooie uitdaging als verbanden, allianties en patronen wijzigen, maar dit vraagt van de politiek meer consistentie dan nu wordt getoond.”

Bovendien wordt het ook een grote uitdaging om hier financieel adequaat op in te springen. Neem de klimaattransitie. Er bestaan scenario’s die voorspellen dat de zeespiegel binnen enkele generaties drie tot zes meter gaat stijgen. Voor Nederland is dat slecht nieuws en een uitdaging tegelijkertijd. Dat vraagt om denken in scenario’s en financieel management met lange lijnen. Om ons land daartoe gereed te krijgen, is het komende decennium een investering nodig van tenminste 100 miljard euro, terwijl de Deltacommissie spreekt over een budget van circa 1 tot 1,5 miljard euro per jaar. “Zo staat de samenleving voor tal van risico’s waar ze financieel niet klaar voor is. Dit geldt ook voor andere transities. Die langetermijnrisico’s staan niet echt en niet uitgebreid genoeg op de politieke agenda. De overheidstekorten en schulden nemen toe, terwijl de reserves en de solvabiliteit afnemen. Een nieuwe financiële strategie in tijd van transitie, is hard nodig”, bepleit Kruf.

Alles bij elkaar klinkt dat niet echt opgewekt. We moeten in ieder geval onderkennen dat er een noodzaak bestaat om meer zorg te hebben voor de wereld. “Organisaties en bedrijfsleven dienen veel inniger te gaan samenwerken om langetermijnoplossingen daadwerkelijk gestalte te geven. Het bedrijfsleven wil best toegroeien naar bijvoorbeeld een circulaire economie, maar dat moet ingebed zijn in een structureel lange termijn politiek. Waar bedrijven echt een hekel aan hebben, is als de politiek de bakens gaat verzetten van eerder genomen beslissingen. Die lange lijn ontbreekt echt.”

Interessant in de context van Krufs reactie is ook het rapport ‘Risicomanagement voor het mkb’, dat in oktober 2016 verscheen en uit de koker kwam van NEMACC, het samenwerkingsverband van de Nederlandse Beroepsorganisatie van Accountants en de Erasmus universiteit. Een lijvig rapport, waarin in ieder geval ook wordt opgeroepen tot een vorm van bewustwording. Accountants, meldt de publicatie, hebben een rol bij het analyseren van bedreigingen die kunnen leiden tot het analyseren van bedrijfsrisico’s. Een risicodialoog met de ondernemer kan zulke aspecten expliciet aan het licht brengen. Zo heeft ook de accountant een verantwoordelijkheid om ondernemers bewust te maken van risico’s.

Feit
De mate waarin organisaties zijn voorbereid op risico’s heeft zijn dieptepunt bereikt. Snel veranderende marktfactoren, globalisering en geopolitieke onzekerheid staan bovenaan de lijstjes waarvoor organisaties het meest vrezen, blijkt uit de Global Risk Management Survey 2019. Hoewel klimaatverandering nu meer aandacht krijgt, staat het onderwerp nog niet eens in de Top 30. Organisaties zouden dit echt hoger op de agenda moeten zetten, luidt een reactie.