De mystiek van het woud

Jack Kruf

De mystiek van de 10 nachten, die ik in 1981 op mijn trektocht door het Zwarte Woud in het bos heb gebivakkeerd, heb ik figuurlijk maar eens ingelijst, omdat het verankerd is in mijn ziel. A once in a lifetime experience. Het was alsof ik oploste in het ecosysteem, werd ondergedompeld in de nachtelijke dynamiek van geluiden van het woud, rustend op de bedding (van mos) van Moeder Aarde.

Nee, angst heb ik niet gehad. Ik kende de bossen op mijn duimpje. Ik was er thuis en wist ook welke dieren er leefden. Wolven waren lang niet meer gespot… Spannend, dat zeker wel. Vele jaren later las ik het boek van John Muir, Journeys in the Wilderness. Dat was thuiskomen.

Het gevoel van de wildernis is zo weer op te roepen, en daarmee de ervaring om mijzelf één met de natuur, ja, één met het universum te voelen.

Heel ver weg, over de verre heuvels en verscholen onder het zachte suizen van de wind door de hoge sparren is er de bewoonde wereld, ergens, daar waar mensen wonen. Alsof ik even geen deel uitmaak van de samenleving, maar een bosbewoner ben.

Soms, als ik in mijn nette pak met das moet aantreden bij een formeel treffen of optreden op een dichtbevolkte conferentie – mijn vader wist mij in deze staat treffend te duiden (hij kende mij immers als zijn broekzak) met een vermomd als heer –  dan denk ik nog wel eens aan die momenten alleen in het diepe nachtelijke woud op de grens van Duitsland en Zwitserland.

Dan komen de woorden van John Muir zo weer binnen: “The clearest way into the Universe is through a forest wilderness.” Die helderheid relativeert altijd de drukte en de hectiek, verschaft het comfort van het inzicht en houdt beide voeten op de grond, altijd. Tja, vermomd als heer, dat is een goeie. Nog steeds.

Het belang van investerend vermogen

Jack Kruf

De vraag van onze burgers om meer te investeren in onze stad, Fort Auvergne, heeft geleid tot een stevige bestuurlijke reflectie. De heidagen waren intensief en confronterend. Veel ontwikkelingen inzake klimaat, water, energie, veiligheid nopen tot nieuwe investeringen, dit om de resilience van stad en samenleving op peil te houden, nu en in de nabije toekomst. En dat geld is er niet. Het investerend vermogen van de overheid is ver onder de maat: de reserves zijn leeg, de schuldposities zijn het laatste decennium toegenomen en de solvabiliteit is erg laag (12%).

Als bestuur van de stad kwamen wij plots tot het inzicht dat wij niet meer moeten denken in uitgewerkte masterplannen, blauwdrukken en talloos nieuw beleid met telkens weer die ambities. Dat laatste kenmerkt ons. Ineens werd ons duidelijk dat het denken in eindbeelden erg gedateerd is. Strategie en beleid maken is mooi maar levert meestal droombeelden, die toch morgen al beschouwd worden als bestuurlijke hallucinaties. Ambities hebben, het is bestuurlijk absoluut een doodlopende weg. Geen enkele burger gelooft ons meer: “Daar heb je ze weer”, horen wij ze denken.

Daarom hebben wij per direct onze eigen ambities afgelegd en ons opengesteld voor een geheel nieuwe houding en aanpak.

Uit de (intensieve) gesprekken, die wij inmiddels met onze bedrijven, instellingen en burgers hebben gevoerd, blijkt dat er veel investerend vermogen in de samenleving zit – veel meer dan wij dachten – en dat blijkt dat wij als bestuur van de stad ons beter kunnen richten op het losmaken c.q. aantrekken hiervan. Daar hoort volgens onze gesprekspartners wel een nieuwe vorm van bestuurlijke regie bij, die nergens anders kan worden belegd. Met lange lijnen en contracten én met bestuurlijke voorspelbaarheid. In een permanent politiek verschuivend landschap wordt dat een uitdaging.

Een nieuwe bestuurlijke koers dus voor ons: niet zelf met allerlei plannen komen en met ambities strooien, maar luisteren naar de samenleving, haar faciliteren, stimuleren, verbinden. Er is ook geen andere keuze eigenlijk. Doorberekening van de noodzakelijke omvang van het investerend vermogen voor onze stad leert ons dat wij als bestuur slechts 8% in kas hebben voor wat echt nodig is. Hm.

Het spel is inmiddels op de wagen om investeerders gericht te vinden, te verleiden en te contracteren. Als bestuur gaat bij ons nu het roer drastisch om. Van de zogenaamde eigen en autonome sturing naar werken in allerlei publiek-publieke en publiek-private samenwerkingen en ketens. Een totaal nieuw concept voor ons. Niet zélf investeren, maar werken langs de lijn van het bieden van stimulerende kaders teneinde bedrijven, burgers en instellingen hun kennis en kunde te kunnen laten inbrengen op de maatschappelijke transities, die voor ons liggen.

Wij moeten als bestuur ons transformeren van spender naar enabler

Wij moeten als bestuur ons transformeren van spender naar enabler, van op-het-pluche-zitter naar regisseur en verbinder, van bewaker-van-de (mazen van)-wet naar mogelijk-maker, van de overdreven focus op rechtmatigheid naar maatschappelijk ondernemerschap, van ambitiemannetjes en -vrouwtjes naar realisten, van de-wijsheid-in-pacht-hebben naar luisterrrrrren.

De lanen in, de paden op dus. Het bestuur van Fort Auvergne heeft in de spiegel gekeken en is veel wijzer geworden. Nieuwe koppelingen maken is het devies. Veranderen is noodzaak. Wij hebben het licht gezien.

Rowan on forest floor

© Jack Kruf (2022) Rowan on forest floor. Breda: Private collection.

On the forest floor I found this small Rowan (Sorbus accuparia L.). I estimate 15 cm high. At the Ulvenhoutse Bos in Breda, the autumn light felt in on the forest floor in the late evening and reached this young tree. The colours are that of the true palette of autumn and where this time of year stands for: finalise a year of (here first) growth,  prepare for winter and get ready for the year to come. Letting the leafs go is crucial for a new start in spring. “How beautiful.

The World Atlas of Trees and Forests

This book is noteworthy. The World Atlas of Trees and Forests: Exploring Earth’s Forest Ecosystems by Herman Shugart, Peter White, Sassan Saatchi, and Jérôme Chave. It is a marvelously illustrated look at the world’s diverse forests and their ecosystems, published by Princeton University Press.

The earth’s forests are havens of nature supporting a diversity of life. Shaped by climate and geography, these vast and dynamic wooded spaces offer unique ecosystems that shelter complex and interdependent webs of flora, fungi, and animals.

The World Atlas of Trees and Forests offers a beautiful introduction to what forests are, how they work, how they grow, and how we map, assess, and conserve them. It contains things of need to know. And of course the wisdom Hallé, Oldeman, and Tomlinson:

“A third insight into tree forms comes from the work of Hallé, Oldeman, and Tomlinson. Their scheme overlaps with some features of Corner’s rules in that it is particularly concerned with the pattern of branching. It is distinctive, though, in its emphasis on dynamics of development from seed to adult plant, its emphasis on the spatial position of growing points that produce branching, and its inclusion of where and how reproductive structures are produced. The authors described 23 models for the development of tree forms, naming each for a prominent botanist. Taking the palm form (single unbranched, thick stems and many large leaves) as an extreme in Corner’s rules. They named it Corner’s model.”

The book:

    • Provides the most wide-ranging coverage of the world’s forests available.
    • Takes readers beneath the breathtaking variety of wooded canopies that span the globe.
    • Profiles a wealth of tree species, with enlightening and entertaining natural-history highlights along the way.
    • Features stunning color photos, maps, and graphics.
    • Draws on the latest cutting-edge research and technology, including satellite imagery.

 

Dune light

I catched the late evening light from the seaside of this dune at Cadzand-Bad.

Kruf, J. (2022) Dune Light [fine art print]. Breda: Private collection.