Reflectie op publieke sturing

Door Paul Wagtmans* & Jack Kruf 

Met de algehele bezuinigingen én omvangrijke transformaties in het sociale domein (Wet Werken naar Vermogen, Jeugdzorg en AWBZ/WMO) voor de boeg lijken nieuwe sturingsparadigma’s het lokale publieke domein binnen te treden. Eén van de grote opgaven daarbij is om de sociale cohesie – de samenhang tussen burger, samenleving en milieu – te versterken. De combinatie van deze grote transformaties onder het gesternte van een toenemende sociale stress vraagt om gepaste reflectie op publieke sturing.

De koers lijkt te zijn die van een terugtredende overheid. Maar we weten, het vertrouwen van de burger in de overheid is tanend, de politiek zoekt de antwoorden in de eigen machtsontwikkeling, collectief gevoelde waarden worden te weinig geadresseerd. En we weten dat deelbelangen zijn gefragmenteerd binnen de spiraal van toenemende individualisering. Het maatschappelijk weefsel komt op plaatsen zelfs in gevaar…

Wat nu? Terug naar de basis! Publieke leiders moeten weer ‘aan de zijde’ van de samenleving en weg geraken van de deelbelangen, hoe moeilijk dit soms ook is. Het geheel telt, meer dan ooit. Daarnaast moeten zij centrale regie ontwikkelen om burgers en bedrijven te stimuleren hun verantwoordelijkheid te nemen.

De urgentie van een centrale en geleide benadering lijkt evident

Niet terugtrekken dus, maar hoeden. Burgers in hun kracht zetten en het particulier initiatief stimuleren is de nieuwe opdracht. Om te komen tot een geleide én geleidelijke transformatie naar lagere collectieve lasten, eigen verantwoordelijkheid én meer vertrouwen. Deze vorm van sturen houdt een hernieuwde dialoog in tussen politiek, samenleving en burger. Eén van over de eigen grenzen heen durven denken. De overheid als regisseur en verbinder lijkt noodzaak geworden om de ‘samenleving’ nieuw leven in te blazen. Een centrale en geleide benadering is absoluut urgent!

*Paul Wagtmans†, voormalig Gedeputeerde van de Provincie Noord-Brabant. Het artikel is geschreven in december 2012 en gepubliceerd op 9 januari 2013. Het is nog steeds actueel.

***

With the general cutbacks and austerity measures and the extensive transformations in the social domain it seems that new governance paradigms enter the local public domain. One of the most extensive challenges is to strengthen social cohesion, i.e. the consistency between citizens, society and our natural environment.

This combination of vast transformations under the circumstance of increasing social stress simply demands an accurate reflection on public governance.

The main political course seems to be that of a withdrawing government. But as we may know is the trust of the citizen in government is waning. Politics is searching the answers in its own development of power, where collectively felt values are not addressed properly. And we know that the stakes are more and more fragmented within the spiral of increasing individualism. The social fabric is more and more in danger. What to do now?

The urgency of a central and guided approach seems to be evident.

Back to basics! Public leaders should take place ‘at the side’ of society and should migrate away from certain stakes, despite the difficulty of this. What really counts is the whole of society, more than ever. Therefore a holistic approach has to be developed to stimulate citizens and companies to take their own responsibility. To make this possible the government should not withdraw, but guide us. To empower citizens and stimulate private initiatives is the new governmental task to fulfill. To make a guided and gradual transformation possible towards reduced collective costs, own responsibility and more trust.

This form of governance demands a renewed dialogue between politics, society and citizen. One of daring to cross the boundaries of the self-conviction. The government as a steward and connector, therefore, seems necessary to give new life to our society. A centrally and guided approach is absolutely urgent!

*Paul Wagtmans†, is former Council Deputy of the province of North-Brabant, The Netherlands. The article has been written in December 2012 and published on the 9th of January 2013.

Watson

Logo © IBM Watson

Computerbedrijf IBM heeft Watson ontwikkeld en vernoemd naar haar oprichter Thomas J. Watson. Het is een supercomputer, die het mogelijk maakt om met behulp van kunstmatige intelligentie een in spreektaal gestelde vraag te beantwoorden.

Watson zoekt onder meer in encyclopedieën, boeken, tijdschriften, tweets, websites en wetenschappelijke artikelen. Binnen enkele seconden heb je een antwoord op je vraag. Mooi, dat scheelt veel zoekwerk en gepuzzel. De kracht van Watson is ongekend en biedt perspectieven om big data toegankelijk te maken op een geheel nieuwe wijze.

Het is een cognitief platform om besluitvorming te verbeteren en productiviteit te verhogen. Bedrijven maken er steeds meer gebruik van om de big data te kunnen analyseren en te benutten voor de eigen business. In ziekenhuizen wordt Watson gebruikt om diagnoses scherper te stellen. Ontwikkelingen in stedelijk bestuur en management staan nog aan het begin, maar bieden grote kansen voor architecten en beheerders van ‘slimme’ steden.

My Homeland

1947. A picture. Two honest people. A man and a woman. Poor or rich. Happy, I know, in a simple house, summer evening, a water well and some ground behind the house, with a fruit tree, some vegetables and a pig.

As if I can still feel them and – when I close my eyes – hear their soft and fragile words. Or is this imagination? One of my first memories is that I was at his site, when he was in his last days. I was five years old.

They are my great-grandparents. Here I come from. This is my homeland. I take a seat along them. May I use the time machine of Professor Barabas, please? There is this feeling coming in to keep simple, humble and honest. Always.

 

Quadruple Helix of Blokkendoos?

Was het niet James Watson die ontdekte dat ons DNA in een dubbele spiraal ‘door het leven’ gaat. Spiraal in het Grieks betekent έλιξ, helix.

Een helix kan in de wereld van publieke sturing ook uit vier spiralen bestaan – 0p een veel hoger niveau dan dat van ons DNA. Het bestaat in de hoofden van  politici, bestuurders en strategen. Het gaat als een metafoor voor of een gestileerde beeld van optimale samenwerking tussen families van organisaties, zoals bijvoorbeeld overheid, wetenschap, onderwijs (hier niet de burger) en bedrijfsleven.

Een quadruple samenwerking kan tot meerwaarde leiden in de sociale en economische ontwikkeling van steden en regio’s, zo is de gedachte.  De talloze verbindingen tussen organisaties en mensen in die organisaties vormen de spiralen en zorgen voor de stevigheid en de samenhang van de samenwerking. Klinkt logisch. Je hebt elkaar immers nodig – op  alle niveaus en vanuit diverse geledingen – om tot succes te komen.

In werkelijkheid zijn de spiralen niet zichtbaar natuurlijk en ziet de samenwerking er vaak uit als een een soort blokkendoos waar organisaties wel tegen elkaar aanliggen maar in beperkte mate samenwerken. Is ook moeilijk om aan dit idee van de helix te kunnen voldoen. Ontnuchterend? Misschien. Zie het als een begin. Fase 1. Hoe lang heeft het geduurd voordat DNA zich heeft kunnen vormen, gerekend vanaf de oerknal?

Hier mijn persoonlijke art impression – op basis van mijn eigen ervaringen in 30 jaar adviseur, projectmanager, directeur en gemeentesecretaris in regionale samenwerkingsverbanden in Nederland, Vlaanderen en Groot-Brittanië – van de Quadruple Helix (dus van de virtueel gemiddelde regio in mijn hoofd).

De organisaties in deze regio zijn weergegeven als vlakken op een schaakbord, op het het canvas van de samenleving. waarbij de betrokken organisaties zijn ingekleurd met Pantone®-kleuren: overheid (Imperial Blue), bedrijfsleven (Flame), onderwijs (Solar Power) en wetenschap (Beveled Glass). ‘Zwart’ zijn de organisaties die zich volledig hebben teruggetrokken en stand-alone opereren en ‘wit’ de organisaties, die de samenwerking nog moeten ontdekken (Pristine).

De helix is de idee, metaforisch prachtig natuurlijk, maar een blokkendoos kan ook zeer kleurrijk zijn. Zeker wel.

Lente-differentialen

Semantische differentialen zijn van alle  tijden. Onze samenleving en onze geest zit er vol mee. Om positie in kiezen, standpunten te wikken en te wegen in een groter verband. Elke samenleving en cultuur is er rijkelijk mee voorzien. Het is een psychometrische schaal – meestal een 5-puntschaal –  waar tegenovergestelde begrippen op kunnen worden gewogen.

Het zijn contrastparen, met andere woorden paren van begrippen die een tegenovergestelde betekenis hebben of gevoel weergeven, bedoeld om de betekenis of connotatie van een object, begrip of gebeurtenis meetbaar te maken. De semantisch differentiaal is rond 1957 ontwikkeld door Charles E. Osgood (1916-1991).

Tegenwoordig wordt zij veel gebruikt voor het meten van de plaats en houding die mensen hebben ten opzichte van begrippen. Door de tijd heen kunnen contrastparen of het gevoel erover wijzigen, ontstaan nieuwe paren of worden bestaande minder in kracht.

Twee jaar geleden noteerde ik voor mijzelf veel gehoorde, gevoelde en gelezen paren in het voorjaar 2017:

Duurzaam ••••• Kolen

Establishment ••••• Populisme

Fake nieuws ••••• Echt nieuws

Links ••••• Rechts

Democratie ••••• Dictatuur

Groen ••••• Economie

Witte Huis ••••• Standing Rock

Homo ••••• Hetero

 

Nu in het voorjaar van 2019, in willekeurige volgorde en ordening, voeg ik er een paar aan toe. Er ontstaat een tijdsbeeld:

Moslim ••••• Christen

Autorijden  ••••• Boom planten

Macht ••••• Onmacht

Waarde ••••• Risico

Verandering ••••• Balans

Geloofwaardig ••••• Ongeloofwaardig

Verlies ••••• Behoud

Privé ••••• Publiek

Het is misschien wel erg compact, maar toch. De semantische differentialen dwarrelen in mijn hoofd. Het voelt als een oplopende maatschappelijke en ecologische spanning. Misschien lees ik te veel nieuws en moet ik gewoon wat meer van de lente genieten… in het zonnetje, glaasje wijn, sigaartje…