Is er genoeg financiële kracht om transities het hoofd te bieden?

Jack Kruf en Johan de Kruijf | april 2019
ce titel vormde één van de kernvragen in de Denktank From Global to Local van 5 april j.l. Kijkend naar de voorliggende transities, de toename van risico’s in het publieke domein en het geleidelijk oplopen van achterstanden in beheer en onderhoud, kwam deze vraag nadrukkelijk op tafel. Dus hoe staan we financieel er eigenlijk voor in Nederland? Een eerste verdieping. Minder rooskleurig? Haarscheurtjes? Niet echt hersteld van de kredietcrisis nu 10 jaar geleden? De serie financiële tegenvallers inzake de transitie sociaal domein is nog niet ten einde en trekt diepe sporen. Zijn wij pessimisten? Nee, geenszins, realisten. Niet meer dan dat. De eerste krijtlijnen.

Kengetallen en basiscijfers

Gemeenten en provincies in Nederland hanteren sinds 2016 een set vaste kengetallen om de financiële positie te beoordelen. We belichten solvabiliteit, netto schuldquote ongecorrigeerd en EMU-schuld. Bronnen zijn Centraal Bureau voor de Statistiek, waarstaatjegemeente.nl en Planbureau voor de Leefomgeving.

Het zijn deze basiscijfers die aangeven dat de leencapaciteit van de gemeenten voor het doen van grootschalige investeringen in transities of het wegwerken van achterstanden beperkt is. Met de eerste cijfers die zijn gedeeld aan de zijde van de behoefte of noodzaak (dus wat komen gaat) lijkt de leencapaciteit een fractie te zijn van dat wat echt nodig is. Wat vraagt dit van publieke waardesturing en van publiek risicomanagement? Van de politiek? Van innovatiekracht in allianties en nieuwe vormen van samenwerking? Wat vraagt dit van aard en omvang van een nieuwe publieke financiële strategie? Er lijkt een nieuw tijdperk aangetreden.

Op 5 juli 2019 zal de denktank From Global to Local 2019 zich verder verdiepen op vier kernvragen:

    1. Wat is de geschatte omvang van aan transitie gerelateerde investeringen in het komend decennium?
    2. Wat zijn mogelijke verdiepingen die op de financiële status quo van Nederland kunnen of dienen te worden gemaakt ?
    3. Wat zijn voorliggende en mogelijke alternatieve scenario’s (dan de eigen overheidsfinanciering) om de transities het hoofd te bieden?
    4. Welke strategische vormen van publiek risicomanagement kunnen dienstbaar zijn om een succesvolle politiek-bestuurlijk-ambtelijke regie te ontwikkelen en vooral te voeren?

Solvabiliteit

Op het eerste gezicht vallen twee zaken op. De gemiddelde solvabiliteit voor alle gemeenten ligt rond de 35% en kende een piek rond 2009 bij de verkoop van energiebedrijven.

Figuur geeft kengetal solvabiliteit weer in de loop van de tijd.

De solvabiliteit van gemeenten tussen 100.000 en 250.000 inwoners ligt lager dan het landelijk gemiddelde. Deze cijfers zijn slechts gemiddelden. Met name in de groep gemeenten tussen 150.000 en 250.000 inwoners zit een substantiële vertekening. In 2017 is de solvabiliteit van deze groep gemeenten omstreeks 27%. Twee gemeenten van de 13 hebben een solvabiliteit van boven 50%. Wordt daarvoor gecorrigeerd, dan daalt de solvabiliteit van de resterende groep naar 18% ofwel met een derde. Die elf grote gemeenten hebben daarmee een solvabiliteitsniveau van ongeveer de helft van het landelijk gemiddelde.

Solvabiliteit is slechts één indicator van de financiële draagkracht van gemeenten.

Netto schuldquote ongecorrigeerd

Via de (ongecorrigeerde) nettoschuldquote (netto schuld t.o.v. de baten voor reserves) ontstaat een beeld van de nog resterende leencapaciteit van gemeenten. In het algemeen geldt dat een nettoschuldquote boven 130 kritisch is en boven 100 er sprake is van verhoogde aandacht voor de financiële positie van gemeenten.

Figuur geeft weer (ongecorrigeerde) nettoschuldquote (netto schuld t.o.v. de baten voor reserves

De grafiek laat de nettoschuldquotes van dezelfde groepen gemeenten zien. Nu is te zien dat de grote steden een hoge nettoschuldquote kennen. De daling na 2014 komt door de toevoeging van de baten van het sociaal domein. In de cijfers voor Nederland als geheel is daarvoor gecorrigeerd en is de conclusie dat ten eerste de schuldquotes ten opzichte van 2005 zijn gestegen en dat er na 2014 nauwelijks een afname waar te nemen is van de nettoschuldquote.

Omdat de baten in het sociaal domein nauwelijks een relatie hebben met investeringen en financiering maar vooral lopende uitgaven zijn bieden deze middelen nauwelijks ruimte om additionele financiering te genereren. In die zin zijn de nettoschuldquotes uit 2014 realistischer.

Met gegevens uit waarstaatjegemeente.nl is voor de grote gemeenten (100.000-250.000 inwoners; 27 gemeenten) een analyse van de individuele schuldquotes 2017 van die 27 gemeenten te maken. Deze staan niet in de grafiek. Wanneer de norm voor een maximale nettoschuldquote op 100 wordt gezet, dan zijn er 6 gemeenten die niet meer kunnen lenen. De overige gemeenten kunnen naar schatting nog € 4,2 mld lenen, waarbij de in totaal 4 gemeenten die meer dan 50% solvabiliteit kennen € 1,6 mld kunnen lenen.

EMU-schuld

Dat de financiële positie van gemeenten er niet beter op wordt is ook te zien aan de relatieve ontwikkeling van EMU-schuld bij gemeenten en het Rijk/Centrale overheid. Sinds 2008 wordt voor gemeenten de EMU-schuld afzonderlijk vastgelegd. De gegevens in deze grafiek laten zien dat de EMU-schuld van gemeenten in absolute bedragen met circa 30% is gestegen.

Figuur geeft de EMU-schuld weer in de loop van de tijd.

Dat de financiële positie van gemeenten er niet beter op wordt is ook te zien aan de relatieve ontwikkeling van EMU-schuld bij gemeenten en het Rijk/Centrale overheid. Sinds 2008 wordt voor gemeenten de EMU-schuld afzonderlijk vastgelegd. De gegevens in deze grafiek laten zien dat de EMU-schuld van gemeenten in absolute bedragen met circa 30% is gestegen.

De schuld van de centrale overheid (eenvoudig gezegd de ministeries) is in dezelfde periode met slechts 18% gestegen. Meer opvallend is dat bij de centrale overheid na de crisis sprake is van een daling van de schuld terwijl de schuld van gemeenten ten opzichte van de piek in 2014 anno 2018 nagenoeg onveranderd is.

Wanneer de schuld wordt gekoppeld aan het BBP dan profiteert de centrale overheid wel van de groei van het BBP (index 2018: 99% tov 2008) terwijl bij gemeenten het indexcijfer op 107 uitkomt.

Behoefte

Uit de ramingen van het Planbureau voor de Leefomgeving is af te leiden dat voor gebouwde omgeving, warmtenetten en afkoppelen van het gas tot 2030 bedragen tussen ca € 7 mld en € 17 mld nodig zijn en ook daarna zijn nog investeringen nodig. Die investeringen komen niet allemaal bij de gemeenten terecht maar de verhouding tussen benodigde investeringsbedragen voor energietransitie en de leencapaciteit van de grote gemeenten roept wel vragen op.

Discussie

Mogelijke punten voor nadere discussie tijdens het vervolg van de denktank begin julie zouden als volgt kunnen worden geformuleerd:

    1. In de afgelopen jaren is de financiële positie van het Rijk verbeterd. De daling van de EMU-schuld vanaf 2014 is daar een indicator voor. Tegelijkertijd zien we dat de EMU-schuld en de nettoschuldquotes van alle gemeenten – gecorrigeerd voor het effect van extra baten door de decentralisaties – niet echt veranderen en beduidend hoger liggen dan tien jaar geleden. Met name in de grote gemeenten blijkt ook dat de solvabiliteit als maatstaf om tegenvallers op te vangen achterblijft bij het landelijk gemiddelde en feitelijk nog lager ligt dan gemiddelden naar gemeentegrootteklassen suggereren.
    2. We staan aan de vooravond van ingrijpende transities op meerdere beleidsterreinen. Alhoewel gemeenten niet alle lasten van de transities zelf hoeven te dragen geldt dat de beschikbare financieringsruimte van grote gemeenten beperkt is. Daarbij veronderstellen we dan dat gemeenten de uitgaven voor het sociaal domein daadwerkelijk kunnen gaan beheersen, iets waar gelet op de demografische ontwikkelingen vragen bij kunnen worden gesteld. Alternatieve vormen van financiering van de transities zijn wellicht mogelijk, maar dat roept ook vragen op over zeggenschap over investeringen en de relatief hogere financieringskosten van private financiering.
    3. Op basis van de hier gepresenteerde gegevens is de mismatch tussen de financiële positie van het Rijk en de Gemeenten een onderwerp voor de bestuurlijke agenda. Omdat de financieringsruimte voor gemeenten beperkt is, lijkt ambtelijk aandacht nodig te zijn voor de bundeling en verspreiding van kennis over alternatieve financieringsvormen een belangrijk thema te worden. Georganiseerde gemeenten staan immers sterker tegenover marktpartijen dan individuele gemeenten.

De Grutto

De Grutto (Bron: Wikipedia)

Je vliegt in juli van Nederland naar West-Afrika. Je beschikt over een eigen ingebouwd, zeer geavanceerd navigatiesysteem om je weg te vinden. Een trektocht met echt avontuur. Over Europa, de Straat van Gibraltar en dan nog een heel eind naar Senegal en Guinee-Bissau, zo’n 6500 km vliegen. Nergens personeel – in al die verkeerstorens onder je – dat je de weg wijst, tips geeft, tussentijden. Nee, niets van dat al. Geen computers en satellieten die je de weersvoorspellingen doorgeven. Just you. Op je eigen intuïtie en je magnetisch kompasje.

Je verlaat je vertrouwde stekje hoogzomer, vanaf jouw weiland ergens in Nederland. Jouw thuis. Ja, jouw leefwereld. Je woont er en je hebt er je kinderen grootgebracht. Je vertrekt alleen – een werkelijke en wezenlijke Alleingang. Je vliegt duizenden kilometers ver weg om de Hollandse najaarsstormen en vrieskou te ontvluchten. Lekker overwinteren in het warme klimaat van West-Afrika is immers veel comfortabeler.

En als je terugkomt – 7 maanden later – weet je als vanzelf weer de weg naar jouw plekje. Je weet waar jouw thuis is. Exact. Op de meter nauwkeurig zelfs. Zo ben je eraan gehecht. Het is een diep gevoel. Je moet dit jaar helaas uitwijken. De gemeente heeft langs de weg aan jouw weiland een serie lantaarnpalen en lichtmasten geplaatst voor het aangrenzende sportpark in aanleg. Vorige jaar moest je ook al verkassen omdat je weiland niet drassig genoeg meer was. Je haat licht, je kunt niet tegen geluid en een harde grasmat is niet jouw ding. Je moet op zoek, omdat je gevoelig bent voor al die veranderingen. Je kunt er niet zo goed meer omgaan. Dan toch maar weer verder dan, naar een nieuw stekje.

Je hecht aan absolute rust, om op je gemak je nestje te kunnen bouwen. Je weet by heart waaraan je hecht, wat jouw randvoorwaarden zijn voor een goed leven. Je hebt deze geleerd van je ouders, en die weer van hun ouders. Je bent wie je bent en gedeit in rust en balans. Al vele duizenden jaren zijn het vaste waarden geweest en hebben er uiteindelijk voor gezorgd dat jij hier staat, op dit weiland. Sub-optimaal is geen optie, omdat het niet bij je past. Je weet wat je nodig hebt.

Je zoekt dezelfde waarden als elk mens. Een vast thuis waar je naar terug kunt na je vakantie. Je zit in feite in hetzelfde schuitje als elke migrant die van huis en haard zwerft, zoekt en opnieuw het thuis moet vinden. ‘Thuis’ is waar het om draait. wat je drijft. Vele duizenden kilometers elk jaar ‘on the road’, net als veel migranten die voor oorlog, geweld of honger op zoek zijn naar een nieuw thuis. Gek genoeg vormt thuis de basis van al je omzwervingen.

Thuis als vaste waarde, ja zelfs een publieke waarde, omdat ‘thuis’ universeel is. Een set van basisvoorwaarden om je leven te kunnen leiden. Kernwaarden voor Homeland. Je verlangt naar thuis, telkens weer. Thuis. Koersvast. Niet in staat of bereid tot compromissen op de voor jou relevante waarden, omdat je bent wie je bent. Honkvast. Betrouwbaar thuis. Welkom, thuis.

Je bent een inwoner van ons land, een migrant op zoek naar ‘thuis’ in jouw en mijn land. Je bent een grutto.

*Sovon Vogelonderzoek Nederland en CBS rapporteren op 27 maart 2017 in de Boerenlandvogelindicator: “ Boerenlandvogel in het nauw. Sinds 1960 is het aantal boerenlandvogels met 60 tot 70 procent teruggelopen. Dat komt neer op de verdwijning van meer dan tweeënhalf miljoen broedvogels in ruim vijftig jaar. Het aantal Patrijzen, Zomertortels, Ringmussen is gedecimeerd en van de Grutto’s is twee derde (afname 68%) verdwenen.

**Foto: Raym’s Fotosite, Godwit ©

***Auteur: Jack Kruf

Graça Machel: “Is democracy delivering?”

In an interview by Christiane Amanpour, with the Mozambican politician and humanitarian Graça Machel questions – between 4’02” en 5’20” – whether the electing system of our democracies is truly delivering “to protect and defend the interests of the majority”.

Machel is a Mozambican politician and humanitarian. She is an international advocate for women’s and children’s rights. She also is the widow of both South African President Nelson Mandela and of Mozambican President Samora Machel.

Ode aan Sam

Net nieuw op de wereld. Sam. Ik ontmoet je voor het eerst op Oudejaarsavond 2018. Woorden komen niet, tranen wel en de Gigue van de Partita in D minor for solo violin (BWV 1004) van Johann Sebastian Bach danst door mijn hoofd. Deze muziek komt het dichtst in de buurt van mijn gevoel voor jou, mooie nieuw leven. Je bent een wonder. Welkom, lieve Sam. Een ode.

Burgemeester borgt veiligheid

Het bestuur van de stad heeft op vakkundige wijze de veiligheid en de openbare orde met Oud en Nieuw 2018/2019 in zijn stad weten te borgen.

Voorafgaand, in de maanden naar dit evenement, hebben de bestuurders intensief en vooral constructief overleg gevoerd met alle bewoners hoe dit bijzondere feest van jaarwisseling te kunnen vieren, zodanig dat iedereen zich veilig voelt. Een schoolvoorbeeld dan kan worden geduid als goed bestuur en verbindend leiderschap.

Initiatiefnemer voor de kerstboomverbranding, Bob Janse-Van Bergen, begreep heel goed dat met een krachtige wind van zee de stad gevaar zou gaan lopen en dat het vragen om problemen zou zijn geweest. Hij heeft het voortouw – in goed overleg met de burgemeesters – genomen om de plannen de wijzigen. Dit doe je niet zomaar. Bob: “Uit respect voor de wijze inzichten van de burgemeester en met veel begrip voor de medebewoners hebben we er dit jaar afgezien van de spectaculaire kerstboomverbranding. Het is ook gewoon je gezond verstand gebruiken, toch? Samen het glas heffen op het nieuwe jaar is ook mooi, vonden wij.”

De bijzonder goede band van de  burgemeester met de jeugd heeft ertoe geleid dat een enorme luchtvervuiling, vele gevoelens van onveiligheid, het verlies van het vertrouwen in de overheid en last but not least grote schade door kerstboomverbranding op het strand en het oude centrum van de stad zijn voorkomen.

Ook de burgemeester onderstreept de goede band: “Een traditie is goed, maar deze moet niet ten koste gaan van een veilig Oud en Nieuw. Mijn stevige ankers in de samenleving leidde tot het zelfinzicht van de initiatiefnemers. Daar heb ik bewondering voor. Vele honderduizenden euro’s aan belastinggeld voor inzet van brandweer en politie zijn voorkomen, nog afgezien van de schade die het evenement had kunnen veroorzaken. We hebben dit geld in de gemeentekas kunnen houden door goed bestuur te leveren in nauwe samenspraak met onze burgers. Dat is mooi, want de middelen zijn schaars. U weet, wij gaan altijd zorgvuldig om met belastinggeld. Regeren is vooruitzien, weet u.”